Goudpalm (Dypsis lutescens)

De rietachtige stengels van de goudpalm staan dicht op elkaar in een bosje, eigenlijk zijn het meerdere palmpjes bij elkaar. Deze palm vormt dus geen stam, maar groeit met zijn stengels direct uit de grond, een beetje zoals bamboe groeit. Aan die stengels zitten tot ruim een meter lange geveerde bladeren, ze bestaan uit twee rijen kleinere bladeren. In de natuur kan de goudpalm acht meter hoog worden, in de huiskamer meestal niet hoger dan twee meter.

Nee, de goudpalm is niet giftig. De goudpalm is niet giftig voor katten, en ook helemaal veilig voor andere huisdieren en niet giftig voor kinderen.

Aan een volwassen goudpalm komen pluimen met kleine gele bloemen, daarna gaan de gele vruchten groeien. In de woonkamer zal je goudpalm meestal niet bloeien en ook geen vruchten vormen. Bloei is wèl mogelijk: Carla Willemse heeft met ons foto's van haar goudpalm gedeeld en deze heeft prachtige bloeipluimen!

De goudpalm heeft vrij veel water nodig om goed te kunnen groeien. De grond moet altijd licht vochtig blijven en mag niet uitdrogen, daar kan je goudpalm echt niet tegen. Regelmatig dezelfde hoeveelheid water stelt je goudpalm op prijs, hij houdt van regelmaat! In de zomer heeft je goudpalm twee keer per week water nodig, zeker op een zonnige plek. In de winter is één keer per week meestal voldoende. Giet het water op de potgrond (niet op de schotel) en geef liever regelmatig kleine beetjes, op deze manier droogt de aarde niet zo snel uit. Laat het water altijd eerst op kamertemperatuur komen voor je het aan de goudpalm geeft.

De potgrond moet constant licht vochtig blijven, maar mag zeker niet te nat zijn. Zorg er daarom altijd voor dat het water uit de pot kan lopen en dat het niet in de schotel blijft staan. Je kunt de vochtigheid van de grond controleren met een vochtmeter of door je vinger diep in de pot te steken. Is de potgrond na een week nog erg nat? Geef dan minder water. Vind je de grond juist al snel droog, dan heeft de goudpalm meer water nodig.

Sproeien is heerlijk voor je goudpalm, dat wil hij wel elke dag. Besproei deze palm in ieder geval 1 x per week met een plantenspuit, zeker in de winter. Gebruik het liefst water dat op kamertemperatuur is. Door te sproeien verwijder je meteen stof van de bladeren en zien de bladeren van je goudpalm er weer mooi fris uit.

De goudpalm groeit vrij snel en heeft daarom ook voldoende voeding nodig. Geef in het voorjaar en de zomer van maart tot en met augustus eens in de twee weken kamerplantenvoeding voor groene planten of palmen voeding. Je vindt de dosering op de verpakking, geef niet te veel voeding want dit kan schadelijk zijn voor je plant. In de herfst en winter is je goudpalm in rust, voeding is dan niet nodig.

Het is niet nodig om je goudpalm te snoeien. Bruine bladeren kun je wel zo kort mogelijk afknippen met een scherpe snoeischaar, ze zullen zich toch niet meer herstellen. Snoei een lelijk blad weg door de bladsteel door te knippen met een scherpe snoeischaar. Knip niet verder, de dikkere stengels die uit de grond komen lopen namelijk niet meer uit als je ze afknipt. Gelukkig vernieuwt deze kamerplant zijn bladeren regelmatig zodat je snel weer van frisse nieuwe bladeren kunt genieten.

Heb je een plant in een vrij kleine pot gekocht? Zet deze dan direct na aankoop over in een grotere pot. Meer aarde kan ook meer water vasthouden en dit is alleen maar gunstig voor je nieuwe goudpalm. Kies het liefst een pot met gaten in de bodem, zo kan het water goed weglopen.

We raden je aan om je goudpalm om de twee tot drie jaar te verpotten. Gebruik een pot die ongeveer 20% groter is dan de oude pot. Vul de ruimte in de pot op met universele potgrond voor kamerplanten, je kunt ook speciale palmen potgrond gebruiken. Druk langs de randen goed aan met je vingers. Het voorjaar is de beste tijd om je goudpalm te verpotten. Dit is het begin van het groeiseizoen en dan herstelt de palm het snelst. Bovendien kan hij dan direct gebruik maken van zijn extra ruimte! Heb je veel nieuwe potgrond toegevoegd? Hou er dan ook even rekening mee dat daar voeding in zit voor ongeveer 2 maanden, dus pas daar je hoeveelheid voeding op aan.

Heb je een grote goudpalm die eigenlijk niet meer verpot kan worden? Dan kun je ervoor kiezen om alleen de bovenste laag potgrond te verwijderen. Strooi daarna een laagje verse potgrond in de pot.

De goudpalm kun je niet stekken. Deze palm wordt uit zaad gekweekt, maar dat is thuis helaas niet zo makkelijk te doen.

Als je goudpalm bruine bladeren krijg dan komt dat waarschijnlijk door te veel zonlicht. Vaak gebeurt dit vooral met de oudere bladeren die onderaan je plant zitten. Ze worden eerst geel, dan bruin en vervolgens krijgt je Dypsis droge bladeren. Zet je goudpalm verder van het raam. Een andere oorzaak kan een te lage temperatuur zijn of tocht. Het is normaal dat er af en toe onderaan bruine bladeren aan je goudpalm zitten, bovenin maakt de palm weer nieuw blad. Knip de bruine bladeren af.

Het is niet helemaal te voorkomen dat je goudpalm bruine punten of bruine toppen aan zijn bladeren krijgt. Ook in de natuur krijgt de goudpalm snel bruine puntjes aan zijn bladeren als de lucht wat te droog is. Door veel te sproeien blijven de bladeren van je goudpalm langer mooi.

Zitten er hangende bladeren aan je goudpalm dan kan de grond te droog zijn. Hangt je hele goudpalm slap en vouwen de blaadjes zich op, dan is de grond zeker veel te droog. Controleer de vochtigheid van de grond en pas je watergift aan. De bladeren van de goudpalm hangen altijd sierlijk over, dit is de natuurlijke groeiwijze.

Als er beestjes in je goudpalm zitten dan merk je dit meestal aan kleverige bladeren. Door een te lage luchtvochtigheid, meestal in de winter, krijgen beestjes zoals luizen meer kans. Besproei de bladeren van je goudpalm daarom regelmatig. Wil je meer weten over de bestrijding van beestjes in je goudpalm lees dan onze blogs over trips, bladluis, spint, wolluis.

Deel jouw goudpalm met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.