Parapluplant (Cyperus alternifolius)

De parapluplant groeit met een bos lange ronde stengels uit een ondergrondse wortelstok. Langs de stengels zitten geen bladeren, maar helemaal bovenaan groeit een krans van 12 tot 20 smalle bladeren. In Madagaskar kunnen de stengels wel drie meter lang worden. In de huiskamer wordt de parapluplant meestal zo’n 60 cm hoog, ook al kan een ouder exemplaar in een grote pot ook wel 1,5 en zelfs 2 meter hoog worden. Zeker als hij in de zomer buiten staat. Het is een snelle groeier.

Ja, de parapluplant is licht giftig. Alleen als je grote hoeveelheden binnenkrijgt kunnen er problemen ontstaan. Maar de parapluplant is niet geschikt om te eten, dus we raden je aan om deze plant buiten bereik van kinderen en huisdieren te houden. Katten zijn vaak dol op het blad, maar je houdt deze plant het best buiten hun bereik. Als katten veel van het blad eten, kunnen ze namelijk last krijgen van hun maag, ook is het blad vrij scherp. Je kunt dus beter zacht kattengras kopen.

Ja er komen kleine bloemen aan de parapluplant. Ze zitten in het hart van de bladrozet aan heel dunne stengels en zijn geelgroen van kleur. De parapluplant bloeit in de zomer. De bloemen vallen niet zo erg op. Net als bij andere grassoorten, het gaat bij de parapluplant om het sierlijke blad.

Ja, de parapluplant kan ook op water groeien in een glazen vaas, je ziet de wortels dan mooi in het water hangen. Lees hier alles over hydroponie, het houden van een kamerplant op water.

De parapluplant kan in de zomer buiten staan. Je kunt Cyperus alternifolius zelfs als vijverplant gebruiken. Je plant hem dan in een moeraszone van je vijver of in een vijvermand die je maximaal 30 cm diep in het water plaatst. Of zet de parapluplant in een waterdichte pot op het terras. Een beschutte plek, uit de wind, is het best, op een winderige plek kunnen de stengels namelijk omknakken. Volle zon of halfschaduw is prima voor deze Cyperus, maar zet de plant niet op een plek waar de felle middagzon op zijn bladeren schijnt. Deze plant kan niet tegen strenge vorst, dus haal je parapluplant wel op tijd naar binnen om vorstvrij te overwinteren. Je kunt Cyperus alternifolius ook in de vijver laten staan op minimaal 30 cm diep en hopen dat de wortels niet bevriezen. Dit gras zaait zich overigens vaak goed uit, zodat je in het voorjaar vanzelf weer jonge planten hebt.

De parapluplant is een moerasplant en moet in altijd vochtige grond staan. Zet de pot met de parapluplant in een waterdichte ompot, een schaal of bak waar altijd water in staat. Zo kan de plant net zoveel water opzuigen als hij nodig heeft. De pot waar de wortels in groeien, de binnenpot, moet natuurlijk wel gaten in de bodem hebben. Het water mag niet hoger staan dan de aarde. Om te voorkomen dat je plant gaat drijven, kun je een steen op de binnenpot leggen.

De parapluplant houdt van een hoge luchtvochtigheid, een sproeibeurt wordt dus zeker op prijs gesteld. Besproei je plant 1 x in de week met een fijne nevel uit een plantenspuit, vaker vindt de parapluplant ook heel fijn. Door te sproeien verwijder je meteen stof van de bladeren en is je parapluplant weer helemaal opgefrist.

Geef de parapluplant 1 x per week voeding door universele kamerplantenvoeding voor groene planten in het water te doen. Je vindt de dosering op de verpakking, geef niet te veel voeding want dit kan schadelijk zijn voor je plant. Geef de voeding van april tot september aan je parapluplant, in de herfst en winter is voeding niet nodig.

Als je parapluplant in een grote bak met water staat, of in een aquarium, is het lastig om voeding te geven. Voeding die in het water komt kan voor de groei van algen zorgen. In dat geval kun je de parapluplant beter vaker verpotten, de plant haalt de voeding dan uit de verse potgrond.

Je hoeft de parapluplant niet te snoeien of bij te knippen. Als je een stengel afknipt dan loopt deze niet meer uit. Lelijke bladeren mag je wel vlak boven de aarde afknippen.

Omdat een parapluplant nogal snel groeit, raden we je aan de plant elk jaar te verpotten. Je zult dan zien dat de hele pot al vol zit met wortels, je plant heeft dan meer ruimte en verse potgrond nodig. Soms is het zelfs nodig om je plant twee keer per jaar te verpotten. Gebruik een pot van dezelfde maat, met gaten in de bodem, en knip de wortels een beetje bij. Of snijd de wortelkluit in twee of drie stukken en plant slechts één stuk terug. Je kunt ook een grotere pot gebruiken, de plant zal dan echter ook een stuk groter worden en je krijgt op den duur een reusachtige plant! Gebruik een kunststof bloempot daar is je parapluplant de volgende keer makkelijk uit te halen.

Vul de ruimte in de pot op met universele potgrond voor kamerplanten. Verpotten doe je het best in de vroege lente en de zomer. Heb je een plant in een vrij kleine pot gekocht? Zet deze dan direct na aankoop over in een grotere pot.

Heb je veel nieuwe potgrond toegevoegd? Hou er dan ook even rekening mee dat daar voeding in zit voor ongeveer 2 maanden, dus pas daar je hoeveelheid voeding op aan.

Een parapluplant is heel makkelijk te stekken door een stengelstek te nemen. Kies een jonge stengel en knip deze vlak boven de grond af. Nu snijd je de stengel met een scherp mesje 5 cm onder de bladeren af. Om te voorkomen dat de bladeren te veel vocht verdampen, knip je de punten er af, er mag ongeveer 3 cm blad over blijven. Doe de stek nu in een glas met water, je zet het parapluutje ondersteboven in het glas. De stengel mag boven het water uitsteken, maar de blaadjes en het punt waar ze uit de stengel komen, moeten helemaal onder water zitten. Verschoon het water regelmatig. Als de wortels 3-5 cm lang zijn de stek overzetten in een potje met stekgrond of potgrond. Houd de aarde goed vochtig. Als je ziet dat het plantje gaat groeien weer net zo gaan verzorgen als een volwassen parapluplant.  

Je kunt het stekje van de parapluplant ook in een potje met vochtige aarde steken. De basis van de bladrozet mag net onder de aarde komen, of steek het bladkransje ondersteboven in de grond. Het stekje mag nu op een warme en lichte plaats staan, uit het bladkransje gaan na drie tot zes weken de wortels groeien.

Een andere manier om je parapluplant te stekken is het nemen van een wortelstek. Snijd een deel van de wortelkluit af met een scherp mes en pot dit apart op.

De beste tijd om je parapluplant te stekken in het late voorjaar of de vroege zomer.

Als je parapluplant bruine punten aan zijn bladeren krijgt dan is de lucht te droog. Dit is al snel het geval in de huiskamer, zeker in de winterperiode. Zet je plant niet bij een radiator en sproei zoveel mogelijk. Een luchtbevochtiger helpt ook. De bruine punten mag je afknippen.

De parapluplant heeft lange stengels met alleen bovenaan blad, hierdoor kunnen ze topzwaar worden en gaan hangen of zelfs omknakken. Op een te donkere plek worden de stengels extra lang en slap. Hoge planten kun je opbinden, geknakte stengels kun je gerust wegknippen.

Als je parapluplant geel blad krijgt, dan heb je hem waarschijnlijk te weinig voeding gegeven. Geef je plant wekelijks voeding in de lente en zomer.

De parapluplant kan last hebben van beestjes, vooral spint. Dit kan komen door te droge lucht. Lees hier alles over het bestrijden van spint.

Deel jouw parapluplant met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.