Vingerhoedskruid (Digitalis)

Het zacht behaarde, wintergroene blad staat in een rozet, de tot wel twee meter hoge bloemstengel komt uit het hart van de bladrozet. De meeste soorten Digitalis zijn tweejarig. Er zijn ook vaste soorten maar die zijn vaak wel kortlevend. Gelukkig zaaien ze zich uit, zodat je toch steeds weer nieuwe planten hebt en het vingerhoedskruid wel een vaste plant lijkt.

In het eerste jaar groeit alleen het blad van het vingerhoedskruid, in het tweede jaar verschijnt de bloemstengel. Als je een vingerhoedsplant in pot gekocht hebt, dan kan de plant al wel in het eerste jaar na planten gaan bloeien. Ook als je vingerhoedskruid vroeg (voor half april) zaait, kun je hetzelfde jaar al bloemen verwachten. Vaak sterft het vingerhoedskruid na de bloei af, maar soms verschijnen er nieuwe bladrozetten aan de basis van de plant en groeit je vingerhoedsplant toch verder. Digitalis groeit snel naar de volwassen grootte.

De Digitalis 'Pink Panther' groeit compact en stevig, de bloemstelen zijn vertakt. De bloemen zijn helder roze. Ook mooi in een pot. Zaait zich niet uit. Vaste plant, vaak kortlevend.

• Bloeitijd: juni-augustus
• Hoogte: 50-70 cm

De Digitalis ferruginea heeft smal glad blad dat in grote rozetten staat. Kleine donkergele, bruin gevlekte bloemen. Tweejarig of kortlevend.

• Bloeitijd: juli-augustus
• Hoogte: 140-160 cm

Ja, vingerhoedskruid is zeer giftig. Digitalis is ook giftig voor dieren. Neem bij inname direct contact op met een huisarts of dierenarts. Digitalis bevat een giftige stof die tot huidirritatie en zelfs hartritmestoornissen kan leiden. Gebruik bij het planten of snoeien daarom altijd handschoenen en was je handen nadat je vingerhoedskruid hebt aangeraakt.

Vingerhoedskruid is makkelijk te zaaien. Het vingerhoedskruid zaait zichzelf al rijkelijk uit. Per plant worden duizenden zaden gevormd die voor veel nageslacht zorgen! Je kunt de zaden zelf oogsten, ze zijn rijp als je ze hoort rammelen in de zaaddoosjes.

Vingerhoedskruid kun je in het vroege voorjaar binnen in potjes zaaien. Zaai vanaf februari tot begin april in een bakje of potje met zaaigrond. Zorg voor een warme plek, bijvoorbeeld boven de verwarming, of zet de zaaibakjes in een verwarmd kamerkasje. Als de zaadjes kiemen koeler zetten op een lichte plek.

Hebben de babyplantjes twee paar blaadjes? Dan kun je ze verspenen. Je zet dan voorzichtig elke zaailing over in een potje om ze verder op te kweken. Vanaf half april langzaam laten wennen aan de buitentemperatuur, vanaf begin mei kun je de plantjes buiten in de volle grond planten. Waarschijnlijk bloeit je vingerhoedskruid dan hetzelfde jaar. Het is ook mogelijk om de jonge planten in de zomer of vroege herfst uit te planten, ze bloeien dan volgend jaar.

Vingerhoedskruid kun je van juni tot augustus buiten zaaien. Zaai het vingerhoedskruid in bakjes met zaaigrond of in een zaaibedje in de volle grond. Maak voor een zaaibedje de grond goed los en meng er wat potgrond door. Zorg ervoor dat de grond niet uitdroogt tot de eerste blaadjes verschijnen.

De piepkleine zaadjes van het vingerhoedskruid bedek je met een flinterdun laagje aarde, of met fijn wit zand. Je mag de zaadjes nog zien want ze hebben wel wat licht nodig om te kiemen. Probeer zo dun mogelijk te zaaien, er mag 2-3 cm tussen de zaadjes zitten.

Vingerhoedskruid groeit het best in de halfschaduw, maar ook in de volle zon of schaduw kan deze sterke plant prima groeien. In de schaduw zal de bloei wel wat minder rijk zijn. Vingerhoedskruid kan prima tegen wind, maar de lange bloemstengels blijven wel mooier als ze iets beschut staan. Aan de grond stelt het vingerhoedskruid niet zoveel eisen, maar een humusrijke grond heeft wel de voorkeur. Je kunt arme zandgrond verbeteren door er compost aan toe te voegen. Zeer droge of zeer natte grond vindt het vingerhoedskruid niet zo fijn.

Vingerhoedskruid kan ook in een pot groeien. Vooral de wat lagere Digitalis 'Pink Panther' is mooi in een pot, maar ook de andere soorten kun je in een pot kweken. Kies een ruime pot met gaten in de bodem.

Ja, vingerhoedskruid is prima winterhard.

De bladeren van het vingerhoedskruid zijn groenblijvend. Na de bloei sterft de plant meestal af, in de tweede winter is je vingerhoedskruid dus niet meer wintergroen. Er zijn ook soorten die niet of half wintergroen zijn.

Het vingerhoedskruid kun je het hele jaar door planten. Stel het planten alleen even uit als het vriest, als de grond erg nat is en als het zeer zonnig is. Graaf een ruim plantgat dat twee keer zo breed is als de kluit en net zo diep als de hoogte van de kluit. Verbeter de uitgegraven grond met compost. Dompel de kluit met pot en al in een emmer water als de grond in de pot erg droog is. De bovenkant van de wortelkluit moet gelijk komen met het grondniveau. Vul het plantgat met de uitgegraven aarde, druk goed aan en geef ruim water. De plantafstand van het vingerhoedskruid is 35 cm, bij de wat lagere soorten mag het 25 cm zijn.

Vingerhoedskruid groeit graag in een voldoende vochtige grond, geef de plant als het erg droog is extra water. Een vingerhoedskruid in pot heeft wat meer water nodig, de grond in de pot mag niet helemaal uitdrogen. Bemesten is niet nodig voor het vingerhoedskruid. Een laagje compost in het vroege voorjaar wordt wel op prijs gesteld.

Wil je niet dat het vingerhoedskruid zich uitzaait? Knip de bloemstengels dan na de bloei af om zaadvorming te voorkomen. Of knip de bloeiende bloemstengel af om op de vaas te zetten. Door het snoeien maakt de plant vaak meerdere kortere bloemstengels en krijg je nog een tweede bloei. Ook worden er door het snoeien meestal nieuwe bladrozetten gevormd die het volgende jaar gaan bloeien. Het is echter niet beslist nodig om het vingerhoedskruid te snoeien.

Je kunt het vingerhoedskruid 1 x per jaar na de bloei snoeien.

Je snoeit het vingerhoedskruid door de uitgebloeide bloemstengels bij de basis afknippen.

Het vingerhoedskruid snoei je met een scherpe en schone snoeischaar.

Het vingerhoedskruid kun je in het eerst jaar na zaaien of planten gaan verplaatsen of verplanten. De jonge planten kun je in het najaar naar een andere plek verplanten. Maar verplant het vingerhoedskruid liever niet in het tweede jaar na zaaien of planten. Het kan dan namelijk voorkomen dat de plant niet gaat bloeien. Draag tijdens het verplanten altijd handschoenen.

Je kunt het vingerhoedskruid stekken door stekjes van de moederplant af te halen. De beste tijd hiervoor is de late zomer en het najaar. Vaak zie je dan aan de basis van een volwassen plant nieuwe bladrozetten zitten. Je kunt ze er voorzichtig aftrekken, het liefst een deel waar al wortels aan zitten. Plant de stekken op hun definitieve plek in losse grond. Verbeter de grond eerst met compost. Druk stevig aan en geef ruim water om het vingerhoedskruid een goede start te geven. Zorg ervoor dat de grond de eerste tijd niet uitdroogt. De stekken zullen meestal het volgende jaar gaan bloeien.

Als je vingerhoedskruid witte, pluizige vlekken op het blad krijgt dan kan er sprake zijn van meeldauw. Verwijder het aangetaste blad. Wil je meer weten over het bestrijden van meeldauw lees dan onze blog over meeldauw bestrijden.

Deel jouw vingerhoedskruid met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.