Lampenpoetsersgras (Pennisetum)

De groeiwijze van Pennisetum is polvormend, vanuit de wortels groeit een ronde fontein van grasachtige bladeren. De smalle en lange bladeren hangen lichtjes over. Als je het lampenpoetsersgras wat dichter bij elkaar plant, is dit siergras een prima bodembedekker. Het lampenpoetsersgras groeit vanaf het voorjaar snel naar de volwassen hoogte van 35-100 cm (afhankelijk van de soort), het duurt wel 2-3 jaar voordat er een mooie volle pol is ontstaan. De matig winterharde soorten kun je ook eenjarig kweken, het is dan nodig om ze elk voorjaar opnieuw te planten.

De Pennisetum alopecuroides 'Moudry' bloeit met paarsbruine aartjes. Mooie ronde pol blad, late bloei.

• Hoogte 50-60 cm

De Pennisetum orientale valt op dankzij de extra pluizige lichtroze pluimen aan overhangende stengels. Matig winterhard.

• Hoogte 50-60 cm

De Pennisetum orientale 'Karley Rose' heeft heel pluizige, sprekend roze bloempluimpjes aan overhangende stengels. Matig winterhard.

• Hoogte 50-60 cm

Nee, lampenpoetsersgras is niet giftig. De Pennisetum is niet giftig voor katten, en ook helemaal veilig voor andere huisdieren en voor kinderen. Het lampenpoetsersgras is echter een sierplant en niet geschikt voor consumptie, de bladeren kunnen wat ruw zijn en daarom is het beter dat katten ze niet opeten.

Ja, er komen leuke bloempluimpjes aan lampenpoetsersgras. Het zijn borstelige aartjes in groen, roze of lichtbruin, soms zit er een wit pluimpje op de top van de pluim.

Het lampenpoetsersgras bloeit vanaf augustus tot en met oktober.

Als je lampenpoetsersgras is uitgebloeid, hoef je niets te doen. De pluimpjes kleuren langzaam naar strogeel en blijven nog de hele winter decoratief. Zeker met een laagje sneeuw of rijp zijn ze prachtig!

Pennisetum zal het rijkst bloeien in de volle zon, een plek in de halfschaduw wordt ook goed verdragen. De stevige bladeren van het lampenpoetsersgras zijn goed bestand tegen wind, ook tegen zeewind. Het lampenpoetsersgras groeit het best in wat lichtere, goed doorlatende grond. In zware kleigrond die altijd vrij vochtig is, zal dit siergras het minder goed doen. 

Lampenpoetsersgras kan heel goed in een ruime pot groeien. Kies wel een pot met gaten in de bodem, zodat het water goed weg kan lopen. Heb je een wat kleinere pot of bak? Kies dan het liefst voor een wat lagere Pennisetum. De bovenkant van de kluit moet 2-3 centimeter onder de rand van de pot komen, zo is er voldoende ruimte om water te geven. Verpot het siergras om de drie jaar in het voorjaar.

Het lampenpoetsersgras is zeer winterhard en hoeft niet tegen de vorst beschermd worden. Groeit je lampenpoetsersgras in een pot? Zorg er dan wel voor dat het water goed uit de pot kan lopen, want een te natte kluit in de winter kan wel voor problemen zorgen.

Nee, het lampenpoetsersgras is niet groenblijvend in de winter, het is een bladverliezende vaste plant. Maar Pennisetum heeft wel een prachtig wintersilhouet: de bruin verkleurde bladeren en bloempluimen blijven de hele winter staan!

Het lampenpoetsersgras kun je het hele jaar door planten, maar planten in het voorjaar heeft wel de voorkeur. Plant je in het najaar? Knip de bladeren dan niet af, dit doe je dan pas in het komende voorjaar om te voorkomen dat er water in de afgeknipte stengels blijft staan. Hierdoor kan dit siergras namelijk gaan rotten. Graaf een ruim plantgat dat twee keer zo breed is als de kluit en net zo diep als de hoogte van de kluit. Dompel de kluit met pot en al in een emmer water. Verwijder de pot, zet de plant in het plantgat en druk de aarde goed aan. De bovenkant van de wortelkluit moet gelijk komen met het grondniveau. Vul het plantgat met de uitgegraven aarde, druk goed aan en geef ruim water. De plantafstand voor het lampenpoetsersgras is gemiddeld 45 cm.

Eenmaal goed aangeslagen kan Pennisetum best wat droogte aan, maar we raden je toch aan om in een warme en droge zomer extra water te geven. Dat geldt zeker voor planten die nog maar net in de grond staan.  

Het lampenpoetsersgras heeft niet zoveel mest nodig om goed te kunnen groeien, geef elk voorjaar wat koemestkorrels of speciale mest voor siergrassen. De dosering vind je op de verpakking.

Snoei Pennisetum één keer in het voorjaar, zodra de nieuwe sprietjes net boven de grond komen. Dit is meestal in april. Knip alles zo kort mogelijk af, maar blijf wel boven de nieuwe jonge sprietjes. Zo maak je ruimte voor het nieuwe blad. Gebruik een schonen en scherpe snoeischaar of een heggenschaar.

Pennisetum is goed te verplaatsen of verplanten. De beste tijd hiervoor is het voorjaar (maart-april). Graaf de wortelkluit van het lampenpoetsersgras zo ruim mogelijk uit, schud de aarde er voorzichtig af en graaf de wortelkluit op de nieuwe plek weer in. De bovenkant van de kluit moet gelijk komen met het grondniveau. Geef ruim water om de plant op zijn nieuwe plek een goede start te geven.

Het lampenpoetsersgras is makkelijk te vermeerderen door deze te delen in het voorjaar (maart-april). Graaf de pol op en deel de wortelkluit in meerdere kleine stukken. Trek voorzichtig een deel van de wortelkuit af, dit heet ook wel scheuren. Elk deel moet flink wat wortels hebben. Plant de buitenste delen opnieuw en geef de eerste tijd extra water.

Je kunt ook in het voorjaar alleen een deel aan de buitenkant van de pol afsteken en dit stekje van het lampenpoetsersgras apart opkweken in een potje met stekgrond of potgrond.

Soms zie je dat je tuinplant het moeilijk heeft, maar wat veroorzaakt dit en wat kun je eraan doen?

Als je lampenpoetsersgras niet bloeit dan kan het siergras op een verkeerde plek in je tuin staan. Waarschijnlijk krijgt je Pennisetum te weinig zon. Controleer ook de vochtigheid van de grond, zeker te natte grond is niet gunstig. Bij een jonge plant kan het voorkomen dat er pas in het tweede jaar bloempluimpjes verschijnen. Gaat het juist om een al wat oudere plant? Dan raden we je aan de graspol in het voorjaar of najaar op te graven, in stukken te delen en alleen de buitenste stukken opnieuw te planten.

Als je lampenpoetsersgras geel wordt dan staat het gras waarschijnlijk veel te droog of veel te nat. Controleer de vochtigheid van de grond en zoek zo nodig een betere standplaats. Pennisetum houdt van goed doorlatende grond, die mag niet gortdroog zijn. Het is normaal dat het blad in het najaar een gele herfstkleur krijgt.

Deel jouw Pennisetum met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.