Dropplant (Agastache)

Het blad van de dropplant zit aan de vierkante, opgaande stengels die wel een meter lang kunnen worden. Het smalle tot ovale blad is getand en zeer aromatisch. De kleine, buisvormige lipbloemen in aren zitten in gekleurde schutblaadjes, die ook voor veel kleur zorgen. De dropplant groeit vanaf het voorjaar snel naar de volwassen hoogte. De hoogte hangt af van de soort of cultivar en kan variëren van 60 cm tot 120 cm, soms zelfs nog hoger. De dropplant is meestal een kortlevende vaste plant.

De Agastache foeniculum heeft dikke bloeiaren vol kleine paarsviolette bloemen. Deze soort zaait zich uit.

• Hoogte: 60-100 cm
• Bloeitijd: juli-september

De Agastache mexicana heeft rozerode bloemen in vrij losse aren. Matig winterhard.

• Hoogte: 75-100 cm
• Bloeitijd: juli-september

Nee, de dropplant is niet giftig. De dropplant is niet giftig voor katten, en ook helemaal veilig voor andere huisdieren en voor kinderen.

De dropplant kun je in maart-begin april binnen zaaien in potjes of zaaibakjes. Als de jonge plantjes drie paar blaadjes hebben, overzetten in een grotere pot en verder opkweken. In mei -juni in de volle grond uitplanten.

Je kunt de dropplant eind april-mei of in juli-september direct in de volle grond zaaien.

Strooi 4-5 zaden van de dropplant in een potje van 9 x 9 cm en dek af met een zeer dun laagje zaaigrond of grof zand.

Ja, de dropplant is eetbaar, zowel het blad als de bloemen. Je kunt er zelfs een overheerlijke dropplant thee van maken! Gebruik per kop 2 theelepels fijngemaakte verse bladeren en bloemen, 5 minuten laten trekken. Strooi de bloempjes ook eens over een salade.

De beste plek voor dropplant is een zonnige plaats in goed gedraineerde, niet te arme grond die vrij droog mag zijn. Goed doorlatende zandgrond heeft de voorkeur, natte grond vindt jouw dropplant vooral in de winter niet zo fijn. De wortels kunnen dan gaan rotten, zodat de plant in het voorjaar niet meer opkomt. De stengels van de dropplant zijn behoorlijk stevig en kunnen best wat wind hebben, we raden je toch aan om de hoge soorten een beetje beschut uit de wind te planten. Voedselrijke, goed gedraineerde grond is het best voor je dropplant, liever wat te droog dan te nat.

De dropplant kan ook heel goed in een ruime pot groeien, dankzij de super lange bloei heb je er de hele zomer plezier van. Vermeng de potgrond met wat scherp zand en grit voor een goede afwatering. Zorg altijd voor gaten in de bodem van de pot, zodat het water makkelijk weg kan lopen, en zet de pot in de volle zon.

De meeste Agastache soorten zijn winterhard, maar wel gevoelig voor nattigheid en kou in de winter. Je kunt de dropplant beschermen door er in de winter een dikke laag afgevallen blad overheen te leggen, dit noem je ook wel mulchen. Maar er zijn ook soorten die matig winterhard zijn, zoals A. barberi en A. mexicana . Ze komen de winter vaak niet door en je kunt ze daarom beter eenjarig kweken door ze in het voorjaar te zaaien. Dit is zeker de moeite waard vanwege de lange bloei en de bijzondere bloemkleuren.

Nee, de dropplant is niet groenblijvend in de winter. Het is een bladverliezende vaste plant. In het voorjaar verschijnen er weer nieuwe blaadjes.

De dropplant kun je het best in het voorjaar planten in de periode april-mei. Graaf een ruim plantgat dat twee keer zo breed is als de kluit en net zo diep als de hoogte van de kluit. Dompel de kluit eerst met pot en al in een emmer water en plaats de dropplant dan in het plantgat. De bovenkant van de wortelkluit moet gelijk komen met het grondniveau. Vul het plantgat met de uitgegraven aarde, druk goed aan en geef ruim water. De gemiddelde plantafstand voor een dropplant is 30 cm.

De dropplant heeft niet zoveel water nodig, maar het is toch aan te raden in droge perioden water te geven. Laat zeker bij een plant in pot de aarde niet helemaal uitdrogen. Omdat de Agastache diep wortelt, is de plant redelijk bestand tegen droogte, wel zo handig in een warme en droge zomer. Geef je dropplant in het vroege voorjaar een laagje compost en een kleine dosering organische mestkorrels. Een dropplant in pot mest je tijdens de bloei een paar keer bij met terrasplantenvoeding.

Je moet de dropplant snoeien om in het voorjaar de dode stengels te verwijderen. Word je dropplant ’s zomers te hoog? Knip dan eind mei of begin juni een derde tot de helft van alle stengels af (Chelsea chop). De plant blijft dan lager en steviger, bovendien vertakken de stengels beter.

Je moet een dropplant 1 x in het voorjaar snoeien.

Knip in het voorjaar alle dode stengels vlak boven de grond af. Als je de stengels van de dropplant in de zomer of de herfst wilt oogsten, om thee van te maken of als plukbloem, dan knip je de stengels 10 cm boven de grond af, de plant zal vaak weer nieuwe scheuten maken.

Je snoeit de dropplant met een scherpe en schone snoeischaar.

De beste tijd om de dropplant te verplaatsen of te verplanten is het vroege voorjaar (maart-april). Bij een forse plant kun je de wortelkluit meteen in stukken delen, je hebt de plant dan verjongd én je hebt meer planten.

Je kunt de dropplant stekken in augustus, hiervoor gebruik je de wat houtige stengels van de plant. Knip een stuk stengel van 10-15 cm, laat twee blaadjes zitten en verwijder de rest van het blad. Steek de onderkant van de stek in stekpoeder. Vul een potje met stekgrond, maak er een gaatje in en steek het stekje in de aarde. Licht aandrukken en water geven. Als je de stekjes vorstvrij overhoudt dan heb je mooie planten voor volgend jaar.

Deel jouw dropplant met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.