Wilg (Salix) snoeien en knotten

De Salix is een snelgroeiende boom. De takken kunnen te zwaar worden en de boom kan zelfs inscheuren als je deze niet snoeit of knot. Door de knotwilg en een wilg op stam regelmatig te snoeien of te knotten zorg je voor een compacte kroon vol jonge twijgen. De jonge twijgen zijn mooier gekleurd dan oudere takken.

Een jonge wilgenboom kun je snoeien om een mooie vorm en regelmatige verdeling van de takken te krijgen.

Een treurwilg hoef je over het algemeen niet te snoeien, deze groeit zelf uit tot een prachtige vorm.

Knotwilgen knot je om de 2-5 jaar. De beste tijd om een knotwilg te knotten is tijdens de wintermaanden, van november tot in maart, als er geen blad aan de takken zit. Kies ook een moment dat het niet vriest. Meestal worden wilgen aan het eind van de winter geknot. Snoei een knotwilg nooit tijdens de bloei, dan stopt namelijk de zuurstofproductie wat resulteert in een zwakke stam. Dit kan uiteindelijk leiden tot afsterven van de boom!     

Een wilg die die op een stam geënt is, zoals de bonte wilg en de boswilg, vormt vanzelf een ronde kroon. Je kunt een wilgenboompje op stam elk jaar of om het jaar snoeien. Hoe minder vaak je snoeit, des te groter wordt de kroon.

Als je een wilg gaat knotten knip of zaag je de takken zo dicht mogelijk bij de knot af. Om inscheuren van de bast te voorkomen, zaag je dikke takken eerst gedeeltelijk weg en laat je nog zo’n 20 cm zitten. Daarna zaag je pas de stomp zo dicht mogelijk bij de knot weg.

Bij de lagere struiken geeft uitdunnen vaak een mooi effect. Je snoeit deze wilgensoorten dan door de takken vlak boven een zijtak of knop af te knippen.

Bij een geënte wilg op stam knip je de takken tot op enkele centimeters van de stam. Let hierbij wel op dat je de entplaats niet beschadigd.

Van de wilg kun je zelf een knotboom maken. Top een jonge wilg tot op ongeveer 2 meter, lager kan ook. Bovenaan de afgezaagde stam gaan vervolgens veel jonge, soepele twijgen groeien, deze noemen we ook wel waterloten of wilgentenen. Deze twijgen vormen de kroon. Na zo’n drie jaar kun je de knotwilg echt gaan knotten: knip alle scheuten terug tot op enkele centimeters van de knot. Scheuten die uit de stam komen kun je verwijderen. Herhaal het knotten om de paar jaar, jaarlijks is niet nodig.

Gooi de jonge wilgentakken die je hebt gesnoeid niet weg! Je kunt deze weer uit laten groeien tot een nieuwe wilg. Ze wortelen heel makkelijk, je hoeft ze alleen in een emmer water te zetten. Je kunt er ook heel creatief mee omgaan en er een schutting of een boog van maken. Als de onderkant van de wilgentenen in de grond zitten zullen ze gaan wortelen en verder groeien. Wilgentenen zijn om hun veelzijdige toepassingen best gewild, je kunt er altijd iemand blij mee maken.

De wilg snoei je met een scherpe en schone snoeischaar of met een takken- of snoeizaag. Gebruik liever geen takkenschaar, hiermee maak je rafelige wonden. Zorg altijd voor scherp en schoon tuingereedschap. Scherp gereedschap zorgt voor nette snijwonden en die genezen beter en sneller. Schoon gereedschap voorkomt dat er ziektes van andere planten worden overgedragen.