Schutting plaatsen? Zo doe je dat

Om te weten hoeveel materiaal je nodig hebt voor je schutting, moet je eerst de tuin opmeten. Het bepalen van het uiteindelijk aantal benodigde schuttingdelen, planken en palen hangt dan af van je gekozen schutting. Uiteraard begin je bij elk type schutting met het opmeten van de lengte van de plek waar de schutting moet komen. Daarnaast is het ook aan te raden om even een tekening voor jezelf te maken, zodat je precies kunt zien hoe je uitkomt.

Bij horizontale planken houdt je ongeveer 6 cm tussen de planken. Bepaal eerst hoeveel planken je nodig hebt voor de hoogte. Schuttingplanken zijn meestal 14 of 20 cm breed. Als je planken kiest van 14 cm (meest gangbaar), tel daar dan de tussenruimte van 5 á 6 cm bij op. Neem vervolgens de hoogte van je schutting (bijvoorbeeld 180 cm) en deel dit door 20 cm. Dan kom je op 9 planken. Dan is 1 kant van de schutting bedenkt, voor beide zijden kom je dan op 17 planken, omdat je de andere kant ertussen plaatst. Kom je minder mooi uit? Kijk dan voor jezelf even of je de schutting iets minder hoog maakt zodat je mooi uitkomt, of de ruimte onderaan wat groter laat. Een tekeningetje kan hierbij helpen. Om uiteindelijk op het benodigd aantal planken uit te komen moet je de lengte natuurlijk ook meenemen. Neem de lengte van je tuin (500 cm) en vermenigvuldig deze met het aantal planken: 500 * 17 = 8.500 cm plank. Deel deze lengte door de lengte van de planken. Deze lengte is aan jou om te bepalen. Iets kortere planken zijn handelbaarder, grotere planken gaan sneller en het staat iets strakker. Indien je een plank kiest van 5 meter, dan heb je 8.500 / 500 = 17 planken nodig.

Als je de schuttingplanken verticaal gaat monteren, kies dan voor planken die al de juiste lengte hebben voor de gewenste hoogte. Bij verticale planken houdt je enkele centimeters tussen elke plank. Schuttingplanken zijn meestal 14 of 20 cm breed. Als je planken kiest van 14 cm (meest gangbaar), tel daar dan de tussenruimte bij op, bijvoorbeeld 4 cm. Neem vervolgens de lengte van je tuin (500 cm) en deel dit door 18 cm. Dan kom je op 22 planken. Dan is 1 kant van de schutting bedenkt, voor beide zijden kom je dan op 43 planken, omdat je de andere kant ertussen plaatst.

Bij losse verticale schuttingsplanken heb je ook planken nodig als horizontale liggers. Dit zijn er 3 over de gehele lengte. Dus heb je een tuin van 500 cm, dan heb je 1500 cm aan horizontale tussenliggers nodig. Je kunt deze met dezelfde dikte nemen als je schuttingpalen, dan komen de verticale planken over de hele lengte. Je kunt de planken ook ‘verzinkt’ tussen de palen plaatsen, de palen blijven dan zichtbaar. De dikte van de liggers moeten in dat geval zijn: dikte schuttingpalen – (2 x dikte schuttingplank). Dus met een paal van 7 cm en planken van 1,5 cm moet de tussenligger 7 – (2 * 1,5) = 4 cm zijn. Kies dan geen balkje van 4×4, maar een plank van 7×4 zodat je wel voldoende ruimte hebt om te schroeven. Deze komt dan recht opstaand tussen de schuttingpalen.

Komt de eerste paal niet tegen een muur, maar los? Maak dan met een grondboor een gat in de grond. Dit kan ook met een schep, maar een gat van 90 cm is een behoorlijke graafklus en dat moet voor elke paal! Maak het gat zo’n 10-20 cm minder diep dan de paal erin moet. Hou de paal zo recht mogelijk en sla hem het laatste stukje de grond in met een rubberen hamer of met een palenrammer. Is de grond erg droog? Maak de aarde dan eerst nat, daarna gaat de paal makkelijker de grond in. Controleer regelmatig of de paal waterpas staat, want corrigeren kan niet meer als hij er eenmaal helemaal in zit. Controleer altijd aan 2 zijden (voor- en zijkant). Staat de paal waterpas? Stamp dan de grond aan rond de paal.

Let op: heb je vaste grond (zand of klei) dan is het voldoende om de grond goed aan te stampen. Is je grond zachter, bijvoorbeeld turfgrond, dan moet je snelbeton rond de palen in de grond toevoegen. Bekijk de verpakking voor de toepassing hiervan, maar meestal komt het erop neer dat je het gat tot de helft vult met water en daar het beton bij kiept. Na een minuut of 15 staat de paal vast.

Zet na de eerste paal de 2^e op dezelfde manier als de eerste. Hou de leidraad aan voor de positie. Heb je schuttingdelen of gaasschermen? Neem dan een extra cm speling, zodat je ruimte hebt voor de verbindingshoekjes. Bij schuttingdelen van 180 cm zet je de tweede paal dus op 181 cm afstand.

De schuttingdelen (of gaasschermen) zet je vast met verbindingshoekjes. Je hebt er 6 nodig per schuttingdeel: aan beide zijden boven, onder en in het midden. Bij een lichter gaasscherm kun je ook volstaan met 4 hoekjes. Het schuttingdeel moet zo’n 5 tot 10 cm van de grond of tegels afblijven, om rotten door vocht van de grond te voorkomen. Als het goed is hangt daar je leidraad. Je kunt een aantal (stoep)tegels precies tot de hoogte van leidraad leggen, dan kun je het schuttingdeel daarop laten rusten bij het bevestigen. Boor eerst 3 gaatjes aan de binnenkant van de palen, op ongeveer 30 cm van de grond en 20 vanaf de bovenkant van de paal en daar tussenin. Bevestig de verbindingshoekjes dan eerst aan de paal. Daarna zet je het schuttingdeel ertussen en maak je deze vast.

Grote kans dat je laatste schuttingdeel niet geheel past en dat hij kleiner gemaakt moet worden. Helaas: je zal hem moeten doorzagen! Meet de afstand tussen de laatste 2 palen en trek hier 1 cm vanaf voor het bevestigen van de hoekjes. Teken dit af op je schuttingdeel en zaag dit met een decoupeerzaag of cirkelzaag.

Als je gekozen hebt voor horizontale schuttingplanken, begin dan met de onderste plank. Ook deze hou je 5 tot 10 cm van de grond of tegels. Wees zeer nauwkeurig met de eerste plank, deze is bepalend voor de rest en wil je zo waterpas mogelijk hebben! Gebruik lijnklemmen om de plank vast te houden tijdens het recht stellen. De planken bevestig je met 3 schroeven aan elke kant. Boor altijd even voor en plaats de schroeven niet te dicht bij de rand van de plank om splijten te voorkomen.

De volgende plank plaats je erboven met een tussenruimte van 5 of 6 cm, maak hiervoor houten blokjes om ertussen te plaatsen. Het is ook handig om hiervoor de waterpasdikte te gebruiken of een paal! Controleer elke plank ook weer met de waterpas.

Zorg dat de planken niet allemaal verspringen op dezelfde paal, dat is niet zo mooi, laat hier altijd een plank tussen. Als je ene kant klaar hebt, kun je de andere kant gaan bekleden. Zorg dat de opening tussen de planken precies in het midden zit van de plank aan de andere kant. Kom je met de bovenste plank niet precies tot de hoogte van de paal? Ga geen planken horizontaal doorzagen, maar haal een stukje van de paal zodat deze aansluit op je laatste plank! Uiteraard kan dit maar aan 1 kant van de schutting, aan de andere kant zie je een stukje paal.

Voor het monteren van verticale planken begin je met de horizontale liggers. Plaats deze onderaan bovenaan en in het midden van de palen Zijn jouw liggers net zo dik als je palen en komen de planken dus aan de buitenkant? Bevestig de liggers links en rechts met een bevestigingsplaatje. Boor eerst 2 gaatjes aan de binnenkant van de palen. Bevestig de verbindingshoekjes daarna aan de paal en dan pas maak je de ligger eraan vast.

Worden jouw verticale planken verzinkt? Maak dan de liggers vast met een schroef links en rechts.

Hierna kun je de verticale planken bevestigen aan de liggers, met 2 schroeven per ligger. Hou voor minimale inkijk een tussenruimte van maximaal 4 cm en maak hem nooit kleiner dan 1 cm, want het hout moet ruimte hebben om te kunnen werken.

Als je ene kant klaar hebt, kun je de andere kant gaan bekleden. Zorg dat de opening tussen de planken precies in het midden zit van de plank aan de andere kant.

Een bamboe of wilgentakken tuinafscheiding bestaat meestal uit een oprolbare mat en heeft van zichzelf dus weinig stevigheid. Bamboematten en wilgenmatten plaats je daardoor eigenlijk altijd tegen een (bestaande) schutting, muur of hek. Heb je dit niet? Maak dan eerst een frame, zoals je ook zou doen voor een schutting met verticale planken. De palen zet je dan 1 tot 1,5 meter uit elkaar.

Tegen een muur bevestig je eerst 3 horizontale latten met pluggen en bouten in de voegen. Daarna kun je de mat met een schroef met grote ring (sluitring) vastzetten in het hout. Let erop dat de schroeven tussen het bamboe  of de wilgentakken doorgaan, je wil deze het liefst niet beschadigen! Hou de mat 5 tot 10 cm van de grond, zodat hij niet in aanraking komt met het vocht van de grond. Tegen een hek, bijvoorbeeld je balkonhek, bevestig je het natuurlijke tuinscherm met tie-wrap of binddraad. Bamboe en wilgenschermen plaats je eigenlijk altijd verticaal voor het mooiste effect. Wil je een strakkere afwerken? Dan kun je er een u-profiel boven plaatsen!

Er zijn ook bamboe tuinschermen en wilgenschermen verkrijgbaar, welke al een in frame zitten. Deze plaats je hetzelfde als schutting- of tuinschermen. Hetzelfde geldt voor trellis of gaasschermen.