Appelboom snoeien

Veel bomen en struiken snoei je in het voorjaar, maar niet de appelboom! Een appelboom snoei je 2 keer per jaar. Eénmaal in de winter, dit is de wintersnoei. In november heeft de appelboom zijn bladeren laten vallen en komt hij geleidelijk in ruststand. Je wil de boom snoeien als hij in rust is, dit is tussen december en februari. De sapstromen liggen dan nagenoeg stil. Snoei je appelboom op een droge dag. In de (mot)regen of mist is de appelboom extra vatbaar voor ziektes, omdat de snoeiwonden vochtig blijven kunnen er infecties optreden. Kijk ook dat het enige dagen boven de 5 graden blijft, dit voorkomt bevriezing.

In de zomer snoei je de boom nog een keer, dit noemen we de zomersnoei. De zomersnoei van de appelboom doe je ergens tussen juni en augustus.

Jonge appelbomen, tot een jaar of 4, snoei je in maart. Het snoeien van een jonge appelboom heeft een iets ander doel dan een volwassen boom en zullen we apart toelichten.

Een appelboom maakt verschillende soorten takken aan en het verschil herkennen is essentieel voor een juiste snoeibeurt. Gelukkig is het niet moeilijk: zodra je een appelboom gaat snoeien of een keer gesnoeit hebt, herken je ze gauw genoeg! Een appelboom kent zogenaamd bloesemhout en waterlot.

De naam bloesemhout geeft het eigenlijk al weg: dit zijn korte takjes met bloemknoppen aan het uiteinde. De boom maakt niet enkel bloemknoppen, maar ook bladknoppen. Het verschil kan wat lastig te zien zijn, maar de bloemknoppen komen als eerste aan de boom en staan óp de tak. De bladknoppen komen een week of 2 later en 'liggen' op de tak. De bloemknoppen wil je liever niet wegknippen, want daar komen de bloemen en de appels!

Waterloten zijn net even anders van kleur. Ze zijn meestal rood/bruin met witte stipjes. Waterloten groeien enorm snel en staan vaak recht omhoog. Dit zijn de takken die je wil wegknippen als je gaat snoeien, want de waterloten houden veel licht tegen en licht is nodig voor de bloesem en de appels.

Dit is de appelboom voor de wintersnoei

Dit is de appelboom na de wintersnoei 

In de winter, als de boom in ruststand is, snoei je dood hout en zieke takken weg. Ook oude grote takken kan je terugsnoeien. Daarnaast wil je zoveel mogelijk takken wegsnoeien die naar binnen groeien én de verticale takken (waterloten). Hiermee maak je de boom luchtig. Kijk bij het knippen van bloesemhout goed naar de plekken van de knoppen, bij voorkeur wil je één of 2 knoppen aan de tak laten en bij voorkeur de knoppen die naar buiten of naar onder wijzen. Daar komen de nieuwe takken en die groeien dan direct de goede kant op. Op deze nieuwe takken komt de bloesem én dus ook de appels!

In de zomer snoei je de appelboom om hem in vorm te houden. Dit noem je ook wel vormsnoei. Hierbij gaat het erom dat je een deel van de waterloten snoeit waardoor de energie van de boom niet in de bladeren gaat zitten maar naar de appels gaat. Gek uitschietende takken snoei je weg en daarmee krijgt je appel zijn vorm weer terug. Daarnaast komt er meer licht via de kroon of de top van de boom, dit is goed voor de ontwikkeling van de appels. Snoei ook weer niet te veel: de boom heeft ook bladeren nodig!

Jonge appelbomen snoei je de eerste 2 of 5 jaar vooral om een stevige basis te vormen. De gesteltakken, de onderste takken aan de stam moeten stevig en sterk worden. Dit doe je door ze de eerste jaren ongeveer éénderde in te korten aan het begin van het groeiseizoen, in maart. De takken worden dan elk jaar een stukje steviger. Verdere snoei is vooral gericht op de vorm van de appelboom.

Een verwilderde appelboom kun je verjongen door te snoeien. Je past dan de wintersnoei toe, bij voorkeur tegen het einde van de rustperiode, in februari. Snoei de verwilderde appelboom liever niet in één keer helemaal kort, want dan kan het herstel erg lang duren. Sowieso zal er een aantal jaar overheen gaan voor je boom weer mooi is, snoei niet meer dan 20% van de boom per jaar voor het beste resultaat.